Onder de galerij langs de Eerste Kamer is tijdens onderzoek voor de renovatie van het Binnenhof een bijzondere ontdekking gedaan. Een team van archeologen van de gemeente Den Haag vond daar de zware fundering van een middeleeuwse traptoren uit de tijd dat op de plek van de Eerste Kamer het Ridderhuis stond.

De oudste vermelding van dit Ridderhuis gaat terug tot 1350. In 1390 werd een grote kamer ingericht als raadkamer en vanaf 1433 woonde de stadhouder met zijn gezin in dit gebouw, boven en naast de raadkamer en de griffie. De traptoren zat aan de buitenkant van het gebouw en gaf toegang tot de eerste verdieping. Er was, totdat de vloer hier open ging, geen enkele aanwijzing dat in de middeleeuwen juist hier een traptoren heeft gestaan.

De aannemers die in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf metingen en milieuonderzoek doen geven alle ruimte aan het archeologisch onderzoek. Uitgangspunt bij archeologische werkzaamheden is altijd dat als vondsten in de grond behouden kunnen worden, ze ook in de grond blijven. In vaktermen heet dit ‘in situ’.

De archeologen scannen wel al het muurwerk in 3D in, zodat voordat het gat weer dicht gaat de informatie zo goed mogelijk is vastgelegd. Binnenkort verschuiven de aannemers en archeologen naar andere locaties voor vooronderzoek op en rond het Binnenhof.